vernacht
in
’t veld
ik zal u
wachten
bij zoele
hagen en de zomerwinden
waar monden
die elkander vinden
in kussen
ongeteld
de nachten
lengen tot de dagen
verzuim
niet ’t uur
de bellen
staan van goud en brons
en zingen Onze
Vrouw en Vader Ons
de kinderen
gaan de buurten rond
een ring, een
zegen en zij zijn van ons
ik wacht in
’t veld en weet mijn uur
|