Waar
zal ik
van het venijn van nijd geneezen
den doorn
die het mensje in zijn wieg
het
stiefkind van een booze clique
voor opium
en suiker werd gegeeven
waar
zal
mijn hart dat bloedt en leeft
zijn jammer
aan genade laven
en ankeren
in de laatste haven
die mij
betaalde liefde geeft
moge
zolang
de heer van dood en leven
die in de
aanvang het einde wist
mij
voorgaan in de wereldmist
waar
sterren gaan
en zonnen staan
tussen de
Eewigheid en Aamen
|